Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Geschakel

Twintig jaar geleden begon ik met het nemen van rijlessen en ongeveer twee jaar later na een stuk of zeven pogingen haalde ik mijn rijbewijs. Sindsdien volg ik alle berichten omtrent het Centraal Bureau Rijvaardigheid met warme aandacht, telkens weer opgelucht dat ik er niets meer mee te maken heb.
Nu zijn er cijfers bekend geworden waaruit blijkt dat het automaatrijbewijs steeds populairder wordt. Is ook mijn rijbewijs. Ik herinner me nog goed het moment waarop mijn rijlerares besloot dat we daarvoor moesten gaan. Ik was toen toch al ruim een jaar onderweg in een handgeschakelde auto. Of ik lekker bezig was, wist ik niet. Mijn rijlerares liet dat niet merken, een vrolijke, zeer getatoeëerde vrouw die graag over relaties en seksuele problemen sprak. Ik hoefde nooit iets terug te zeggen en dat kon ook niet, want ik moest me enorm op dat geschakel concentreren. Daardoor lette ik niet altijd op de weg. Af en toe stuurde ze ineens corrigerend mee en dan zei ze: “Ja, zo gaat het natuurlijk niet.” Ze zei het niet vinnig, ze stelde het nuchter vast.
Omdat ik na een jaar de indruk kreeg dat ze me als een leerling zag die het vooral leuk vond om in een auto te zitten zonder dat een rijbewijs per se een concreet doel was, begon ik er maar een keer over. Over het rijbewijs dus. Het examen.
Over dat moment schreef ik later een kort verhaal dat ik nooit meer herlezen heb.
Ik moest de auto aan de kant zetten, voor een weiland waarboven lage ochtendmist hing. Ze legde haar hand op mijn bovenbeen, wat toen nog niet grensoverschrijdend was, en zei dat ik vanaf volgende week in een automaat moest, want “dat schakelen is niets voor jou”. En ze vonniste mijn leefwijze: “Jij denkt te veel.”