Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Gesprekjes

Gek dat je je nooit afvraagt hoe lang de glasbak al bestaat en ineens hoor je het: 40 jaar. Ergens in de begintijd mocht ik ook nog een kleine rol spelen, in de gemeente Arnhem. Ik schreef toen ook commerciële teksten, want van wat ik allemaal bij elkaar bedacht, kon ik niet leven. De glasbak stond al overal in de stad, maar het publiek wist de weg erheen nog niet goed te vinden. Zo heet dat. Daarom moest een folder komen en een slagzin voor op de vuilniswagens. Daarom zat onder meer ik in een zaaltje van het gemeentehuis waar voorlichters van de gemeentereiniging vertelden wat er in die folder moest. En wat ze verwachtten van de kreet op de vuilniswagens.
Iedereen rookte intens, vooral Caballero zonder filter. De regen jakkerde tegen de ramen. Voor de folder had ik een paar hanteerbare aantekeningen gemaakt en toen stak ik mijn vinger op: “Heren, waarom zet u niet op de vuilniswagens: Glas moet glas blijven.” Nog nooit in mijn leven had ik voor een verbluffende stilte gezorgd, toen wel. Daarna ook nooit meer. Achteraf hoorde ik dat ik er te snel mee was gekomen. Dat had na minstens een week gemoeten. Dan had ik meer peper in mijn rekening kunnen doen. 
Niet lang daarna zag ik vuilniswagens door de stad rijden met daarop Glas moet glas blijven. Adembenemende triomf.
Wie heeft er na 40 jaar nog iets over de glasbak te zeggen? Ja, het is net alsof de voorziening er altijd al was. Misschien heeft die ons ook geleerd loze gesprekjes te voeren. Je kunt zwijgend de flessen in zo’n gat laten vallen, maar als er iemand staat die dat ook doet, denk je toch al gauw: ik moet iets opvullen. Daar begint het: “Het ruimt lekker op.” Of beter: “Soms vraag je je af waar je mee bezig bent.”