Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Glans

In een artikel dat ik lees over de hoogste baas van Albert Heijn, Dick Boer (zulke namen komen steeds minder voor) staat een citaat van oprichter Albert Heijn: `Een kruidenier is een vriend van iedereen en handelt in de goede dingen des levens: hij hoort voortdurend in zijn nopjes te zijn.’ Zoiets zegt niemand meer, niet alleen om er nauwelijks nog echte kruideniers zijn.
Zelden zien we winkeliers die hun nopjes zijn. Misschien bestaan nopjes niet eens meer, in deze betekenis van het woord. Nopjes kunnen het dagelijks leven meer glans geven. De hoogste baas van Albert Heijn is ook geen man van nopjes, dat is duidelijk, hoewel hij vindt dat het in zijn winkels niet alleen gaat om `de fysieke behoefte’. Is interessant gezegd, maar Dick Boer komt er niet helemaal uit, heb ik de indruk. Nu opereert hij ook in een moeilijke branche. Tijdje geleden kregen we een `moestuintje’ als we voor een bepaald bedrag hadden besteed. Is niet voor niks natuurlijk. Alleen al van de vraag `Wilt u een moestuintje’ waande je je in een wereld waar het aangenamer toeging dan we gewend zijn. Maar ja, als je het moestuintje thuis uit de boodschappentas had gepakt, keek je toch naar iets waarover je verder geen gedachte had.
Toen op mijn eindexamenfeest in 1972 rond middernacht het bier dreigde op te raken, wist mijn moeder heus wel dat ze niemand van Albert Heijn kon bellen, onze buurtsuper. Nee, ze belde naar de kruidenier bij wie ze in een vorig huis klant was, tien jaar geleden. Even later reed hij met zijn aanhangwagen voor. Hij had zijn pyjama aan, met daaroverheen een windjack. Op leren bruine pantoffels. En in zijn nopjes natuurlijk. Aan zo’n herinnering heb ik nog steeds iets.