Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Hand

Als iemand me de weg zou vragen naar de luizenkliniek in mijn woonplaats, stond ik met mijn handen in het haar. De luizenkliniek houdt me ook niet bezig, maar nu lees ik er een artikel over. Hoofdluizen worden weer een groter wordende plaag, niet alleen op de basisscholen, maar ook op de middelbare en misschien rukken ze van daaruit verder op. Komt doordat de leerlingen de hele dag bij elkaar op de telefoontjes zitten te kijken en selfies maken. Hoofdluizen vinden dat handig, die hoofden die zo dicht bij elkaar zijn.
Bovendien – wist ik niet – raken de scholieren elkaar vaker en inniger aan. Ursula Schipper van de luizenkliniek zegt: `In mijn tijd zwaaiden we wel eens naar elkaar als de school uitging. Maar we zoenden en knuffelden zeker niet.’
Als ik iemand `in mijn tijd’ hoor zeggen, golft er altijd melancholie door me heen. Wanneer heb ik het over mijn tijd? Hoeveel van deze tijd is er van mij?
Ik weet niet of de tijd van Ursula Schipper ook de mijne was, maar wij knuffelden en zoenden ook niet. Ja, in de hoogste klassen van de middelbare school, maar dat noemde je niet knuffelen, nee zeg. Nu was mijn basisschool een jongensschool en daar raakte je elkaar alleen maar aan om te vechten. Als er al in je leven geknuffeld werd, gebeurde dat uitsluitend in de huiselijke kring. Toen ik 10 jaar oud was, voelde ik wel de behoefte sommige meisjes aan te raken, maar dat kon niet. Waarom dat niet kon, geen idee, maar het kon niet. Hoorde bij mijn tijd.
Ergens in die fase van mijn leven was er een meisje dat mijn hand vastpakte en die gedurende de afstand van een meter of tien bleef vasthouden. De sensatie die dat teweegbracht kan ik zo weer oproepen. Had wel wat, ja.