Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Handelingen

Tijdens de eerste minuten van de wedstrijd was het al duidelijk: de Noor Ruud was een paar maten te klein voor Nadal die tweeënhalf uur later voor de 14e keer Ronald Garros won. Toch keek ik met groot genoegen. Van het tennis van de Spanjaard krijg ik een tophumeur. Bovendien volg ik gefascineerd zijn dwangmatige handelingen. Voordat hij serveert moet eerst de broeknaad uit de bilspleet, shirt links op de schouder rechttrekken, rechts ook, even in de neus knijpen, links en rechts afwezig haar naar achteren strijken en vervolgens zweet onder de ogen weg, ook weer links en rechts, daarna pas mag het racket waarmee hij de ballen stuiterde van de rechter- naar de linkerhand. Altijd dezelfde volgorde. Ik vergeet nu vast een detail. Als je erop let kun je er licht zenuwachtig van worden, maar dat hoort erbij. 
De flesjes die tijdens de pauzes voor hem staan, moeten zich altijd op dezelfde wijze tot elkaar verhouden. Aan de handdoeken, altijd op dezelfde manier neergelegd en gevouwen, mag geen los draadje zitten. Dat bijt hij eraf. Zo word je de beste tennisser van de wereld.
Wij in de huiskamer bespreken die gang van zaken graag. Als ik tegen beter weten in zeg dat ik blij ben niet verslaafd te zijn aan dat gedrag, hoor ik altijd dat ik ook iets heb, want “Dat heeft iedereen”. 
Na iedere wedstrijd van Nadal ga ik dus wat dagelijkse handelingen na. Dan besef ik telkens: hartstikke waar. Als ik boodschappen doe, wil ik altijd een andere weg terug dan de heen. Laatst was de straat terug totaal opgebroken. Dan óók, balancerend op het stukje stoeprand dat is blijven staan. Daarna ben ik opgelucht. 
Nu ik het opschrijf, vind ik het niet verontrustend, alleen raar. En er is véél meer.