In de Pers
Recent
Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd
IJs
In de stationskiosk zegt de man achter de toonbank altijd iets over het tijdschrift of boek dat ik daar koop. Hij is een vriendelijke man en doet dat om het ijs te breken, terwijl ik niet iemand ben met veel ijs in me of om me heen. Hij zegt meestal iets waarop ik niet kan reageren. Als ik bijvoorbeeld een muziektijdschrift koop waarop het hoofd van Neil Young staat afgebeeld, wijst hij naar dat hoofd en zegt: “Nelis de Jong.” Ik lach dan verrast.
Op de fitnessclub is een nieuwe coach werkzaam. Hij is nog erg jong. Als ik ’s ochtends in alle vroegte de sportzaal binnenkom, vraagt hij aandachtig en enthousiast: “Hoe gaat het vandaag?” Om het ijs te breken. Om zeven of acht uur in de morgen heb ik nog geen beeld van hoe het met me gaat en zeg: “Uitstekend, maar het kan altijd nog beter, daarom ben ik hier.” Dat zijn veel te veel woorden en ik voel meteen lichte vermoeidheid, wat helemaal niet goed als je op het punt staat een uur te trainen.
Het meest zie ik op tegen de man in de winkel waar ik wijn koop. Om het ijs te breken begint hij altijd over het weer. Als ik één onderwerp onverdraaglijk vind, is het het weer. Hij zal niet ver in de twintig zijn, maar gedraagt zich als een winkelier van vroeger. Hij zegt bijvoorbeeld: “We mogen vandaag niet mopperen.” Dan bedoelt hij dus mopperen over het weer, niet mopperen over andere kwesties. Of: “U heeft het zonnetje vandaag toch ook al gezien.” Dan gaat het over een dag met onduidelijk weer.
Zal hij vandaag niet zeggen. Nee, bij weer dat we tropisch noemen, maakt hij een bruggetje naar mijn aankoop: “Een lekker koud wijntje gaat er straks wel in.” Ik zeg dan dat ik niet kan wachten of zoiets, maar daarover ben ik niet tevreden.