Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Kamerplanten

Er ging er iets mis met mijn pinpas. Drie keer verkeerde code ingedrukt. Eigen schuld, maar ook van de man achter de toonbank, want die bleef maar ontremd tegen me praten. Afgeleid. Pas geblokkeerd!
Wist niet meer wat ik moest doen en ging naar de bank. Was ik al jaren niet meer geweest. Daar was het min of meer leeg. Er stonden wat enorm grote kamerplanten. De verlichting was op `gezellig’ ingesteld. Achter de balie zat een middelbare man in een hagelwit overhemd die getergd voor zich uit staarde. Kon ik hem lastigvallen met een geblokkeerd pasje? Moest ik daar dan niet iets groters bij nemen, bijvoorbeeld een hypotheek? Of een leuke lening? Nee, was niet nodig. We hadden een boeiend gesprek over mijn pasje, pasjes in het algemeen en ook over de toekomst van de pasjes. Toen we afscheid namen, had ik meteen zin een volgend bezoek. Maar we zijn de banken aan het bederven, omdat we zo graag thuisbankiers willen zijn. Ik ben het meestal ook en daar heb ik spijt van. Ik lees het onheilspellende woord `massaontslag’. De banken zijn natuurlijk zelf de oorzaak. Ze dachten dat het makkelijker was als we zoveel mogelijk in ons eentje deden. Nog even en we kunnen er niet meer heen.
Ik herinner me de eerst keer dat ik geld leende, in 1974: 2500 gulden. De man achter de balie had ook een hagelwit overhemd aan, een rood gezicht en nat golvend haar, achterover gekamd. Hij sprak me streng vaderlijk toe en zei bijvoorbeeld dat ik er geen potje van moest maken. Ik luisterde bedeesd naar hem. Als ik het geld maar kreeg!
De bankman die me hielp bij het geblokkeerde pasje, kwam ik gisteravond voor de supermarkt tegen. Hij groette me, ik hem, een gebaar dat steeds zeldzamer wordt.