In de Pers
Recent
Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd
Karwei
Het schilderen van het huis is een project dat al ruim een jaar in een theoretische fase vastzit. Van diverse bedrijven zijn er al schilders op bezoek geweest, praatgrage mannen met een intense behoefte aan koffie en stuurse standpunten over hoe het moet gaan in onze samenleving. Daarover praten ze dan een uur en met de belofte snel `een financieel plaatje’ te sturen nemen ze warm afscheid om vervolgens nooit meer iets van zich te laten horen.
Ik probeer deze gang van zaken te doorgronden, maar dat lukt niet.
De laatste gedachtewisseling met de vakman was begin november. Waar ik mijn oordeel vandaan haal, geen idee, maar hij leek me serieuzer dan zijn collega’s en ook zin in het karwei te hebben, hoewel zin misschien niet het juiste woord is. Ook hij beloofde een offerte, maar er moest eerst een steigerbouwer komen kijken: “Hij zal binnen een week of twee contact met u opnemen.”
Die week of twee werden twee maanden, maandag belde hij. Of hij woensdag kon langskomen, tussen 13 en 14 uur.
Ik rekende nergens op en dat bleek een prima instelling, want er kwam geen steigerbouwer. Zoiets vervult me doffe doodlopende woede.
Toen ik gistermorgen rond half acht de gordijnen opende, doemde in het uitzicht dat daardoor ontstond, een hoofd op. De onderkant ervan werd omkranst door een landelijke baard. Iets in mij zei dat dit hoofd het hoofd van de steigerbouwer was. Bleek waar.
Zou hij niet woensdag komen? Hij wist van niets. Ik noemde een naam.
“Ja, dat is mijn collega. Nou, die moest gisteren zijn schoonmoeder begraven.”
Hoor ik vaak over spreken, schoonmoeders die begraven moeten worden. In dat werkveld lijken het er meer dan elders in het land. Hoe dat kan, weet uiteraard niemand.