In de Pers
Recent
Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd
Kind
Nachtopvang. Zo heet een gedicht dat ik las. Het is van de Amerikaanse schrijver Charles Bukowksi, van wie ik veel werk bewonder, niet alles, maar dat hoeft ook niet, want zijn oeuvre is erg omvangrijk. Bukowksi leefde tot hij beroemd werd behoorlijk aan de zelfkant en dronk zich daar kranig doorheen. Het gedicht `Nachtopvang’ gaat over een voorziening waar op de straat levende mannen slappen, Bukowksi vaak ook. Die mannen maken lawaai in hun slaap, het stinkt er als hel. In het gedicht schrijft Bukowksi dat hij er niet tegen kan, hoe hij wegvlucht en op straat gaat lopen, in de koude nacht, en denkt: deze mannen waren eens kinderen, wat gebeurde er met ze? Deze vraag raakt me. Ik moet me dat vaker afvragen bij mensen die me verbijsteren en ergeren, en proberen ergens het kind te zien dat ze waren. Weet niet of het helpt, maar misschien een beetje, misschien is het verzachtend. Zaterdag zat ik tot laat in de avond te werken en daarna moest ik even een wandeling maken om naar de slaap te gaan verlangen. Ineens zag ik lange vrouw, ze droeg een bruidsjurk. Paar seconden snapte ik het niet, maar toen weer wel: Halloween! Ze kwam naderbij en ik zag dat ze erg dronken of stoned was, of allebei. Feest ja! Haar kin was bebloed, met namaakbloed dus. Rond haar ogen waren zwarte strepen getrokken. Het meeste verontrustende was echter haar conditie. Ik vroeg of ik haar kon helpen. Ze zei iets wat ik niet kon verstaan, maar het klonk woedend en afwerend. Ik stelde me haar als kind voor, huppelend op een zomerse dag.