In de Pers
Recent
Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd
Kind
Waar ik me vaak aan erger is mijn afhankelijke opstelling in bijna iedere zorginstelling. Ineens kan ik niets meer en vraag ik dingen een keer of tien, voor de zekerheid. Deze week haalde ik medicijnen op bij de apotheek. Op ieder doosje staat hoeveel je ervan moet nemen en als het van belang is, ook wanneer. Dan vraag ik: “ Dus vóór het slapen gaan een hálf tabletje.” Staat erop, ik lees het want dat kan ik, maar toch. Maar toch wat? Ja, voortdurend nerveus iets niet volstrekt volledig te begrijpen. Die nervositeit vlamt fel op als ik thuis medisch iets anders moet doen dan pillen slikken.
Gisteren kreeg ik per post spullen voor het bevolkingsonderzoek darmkanker. Er staat bij: een uitnodiging. Hoeft dus niet, maar uiteraard beter van wel. Een kind kan de was doen, maar waar is dat kind?
Ik weet ook waar het fout gaat en citeer een instructie: “Bij de uitnodiging zit een buisje, de ontlastingstest. Aan de groene dop van het buisje zit een staafje. U prikt hiermee op vier verschillende plaatsen in uw ontlasting (poep).” Het zit ’m in dat poep tussen haakjes. Het lijkt me evident dat er met ontlasting poep wordt bedoeld, maar misschien zetten ze het er niet voor niets bij: omdat alles nauw luistert. Maar juist daardoor, doordát het zo nauw luistert, raak ik in de ban van beklemmende onzekerheid. Ik bedoel: doordat er bij ontlasting staat dat het poep is, zie ik vast iets over het hoofd dat nog meer of op dezelfde manier voor de hand ligt.
Ik lees de gebruiksaanwijzing een keer of tien, in ieder geval tot ik er doodmoe van word. Het kind dat de was zou moeten kunnen doen, denkt aan het kind van toen. Poep was het eerste vieze woord. Het kind wist verder nog van niets.