Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Kind

Zin in een ouderwetse sinterklaascolumn, want het blijft een magische dag, 5 december. Of magisch de juiste typering is, weet ik niet, ik heb zo gauw niet iets anders paraat. 
Altijd ben ik vandaag ook het kind van toen. “Nog één nachtje slapen,” zeiden mijn ouders. Op 6 december stond alles rond de kachel. Van dat één nachtje slapen kwam weinig terecht. Of ik de hele nacht wakker lag, ben ik vergeten, maar wel een groot deel, zeker in de tweede helft. Ik mocht niet naar beneden, want “misschien is Zwarte Piet nog bezig”. Ik heb het over eind jaren vijftig die ik niet een andere tijd wil noemen, want als je aandachtig aan die tijd denkt of je die scherp herinnert, is die er nog. In een mensenleven is niets lang geleden, behalve wat niet van belang was.
Ja, ik blijf het kind van toen, terwijl ik weet hoe het zit met Sinterklaas. De stoel op mijn werkkamer ligt vol de pakjes. De krukkige, maar arbeidsintensieve gedichten zitten er op geplakt. Ik houd ervan cadeaus te geven en kan niet wachten tot vanavond. Er zijn ook kinderen bij en voor hen is er een zak die voor de deur staat. Een vriend bonst op de ramen, een eervolle taak waarvan ik me ook vaak met groot genoegen heb gekweten. Paar uur daarvoor was ik dan bloednerveus, bang dat ik iets deed of juist niet deed waardoor mijn bonzende hand ontmaskerd werd. 
De gierende spanning van de kleine kinderen is ook mijn spanning. Terwijl ik naar hen kijk, zie ik ook mezelf, vurig hopend op een brandweerauto of iets anders, alles is verrassend.
In mijn hoofd zingen de hele dag de oude liedjes die ik vandaag mooier vind dan welk lied dan ook, vooral Hoor de wind waait door de bomen. Ik hoor die wind, zie de bomen. En de maan!