Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Knallend

Op 4 november 1963 kreeg mijn vader van mijn moeder voor zijn verjaardag de Dikke van Dale cadeau, het groot Woordenboek der Nederlandse Taal. Mijn vader werd veertig, het boek was een enórm cadeau, mijn moeder had er in het geheim voor gespaard. Bij ons thuis was toen minder geld dan later gebruikelijk werd, het was een forse uitgave.
Ik was erbij toen mijn moeder hem het cadeau overhandigde, haar trots maakte haar nog vrolijker dan anders. Het was aan mijn vader te zien dat hij het niet had verwacht, hij zag er overrompeld en dolblij uit. 
Het was in de namiddag, de verjaardag zou later die week met vrienden worden gevierd en dat was maar goed ook, want mijn vader kon het boek niet met rust laten. Telkens opnieuw zocht hij een woord op. Ging dagen zo door. 
Ik werd de maand erop twaalf. Vijftien jaar later had ik mijn eigen exemplaar van het kolossale woordenboek, dat toen, meen ik, uit twee delen bestond. Misschien waren het er al drie. Op 4 november 1963 was het nog maar één boek. Ik heb het nog steeds, het ligt zichtbaar op mijn werkkamer, ik denk iedere dag aan die verjaardag ver weg in de vorige eeuw.
Gisteren verscheen een nieuwe editie van het woordenboek. De zestiende druk, mijn vader had de achtste. Eerder dit jaar kreeg ik een brief waarin stond dat er een citaat van mij was opgenomen. Gebeurt vaak dat de betekenis van een woord geïllustreerd wordt door een citaat van bijvoorbeeld een schrijver. Mijn citaat is een stukje uit een column in deze krant. Kwam later in een kort verhaal terecht. Citaat hoort bij het woord `spelbreker’. Ik barstte knallend uit mijn voegen van trots, maar dacht ook meteen: had mijn vader moeten meemaken. Denk ik graag zo vaak mogelijk.