Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Kordaat

Het heeft hard geregend en hard gewaaid. Nu even niet en dan is het anders stil dan wanneer het zojuist niet hard heeft geregend en gewaaid.
Ik zit op een natte bank bij een weiland en kijk naar niets. Nou ja, niets, in de verte een paar koeien, hier en waar wat bomen, zware wolken laag boven het land, maar toch kijk ik vooral naar niets, de koeien, de bomen en de wolken zijn allemaal decor bij dat niets.
Het is soms prettig naar niets te kijken, want in je hoofd gebeurt er dan van alles zonder dat ik precies kan zeggen wat dat is. Het is net of er iets wordt opgeruimd, rare ballast waaraan ik niet meer wil denken. De herfst is een uitstekend seizoen voor dit soort momenten.
Terwijl ik naar niets zit te kijken, merk ik dat het ook goed is voor mijn humeur. Niet dat ik daarover te klagen had, maar de kwaliteit van het humeur wordt helderder.
Ik heb pas weer in de gaten dat er ook nog een wereld om me heen is als ik ineens een harde stem hoor, de stem van een vrouw: “Ja, wat een rust hier!” Ik draai me om en zie dat er twee vrouwen staan, met kleine rugzakken om en kleren met overal opbergruimte. Ze hebben haar waarop de wind geen vat kan hebben. Wie het net zei van die rust, weet ik niet, maar ik kan haar geen ongelijk geven en knik geschrokken zonder dat ik woorden voor een reactie paraat heb. Een van de vrouwen zegt: “Waar vind je die nog in dit land, deze rust?” Ja, het is de vrouw van zojuist. Ook deze woorden spreekt ze hard uit. Ik moet even over de vraag nadenken, maar ze hoeven, geloof ik, geen antwoord van me te hebben. Ze knikken kordaat en vervolgen hun weg.
Ik kijk hen na tot ze ver weg en klein zijn. Waar mijn rust te vinden is, houd ik uiteraard voor me.