Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Kwiek

In mijn kinderjaren waren er geen feesten rond de Vierdaagse, nee, na de intocht was het afgelopen, alles, morgen was het zaterdag en daalde er stilte neer over de stad, de dommelende zomer kreeg alle ruimte.
Ik herinner me een man die ik op zaterdagochtend voor het station zag toen we, mijn ouders en ik, vrienden gingen uitzwaaien die hadden meegelopen. Die man had ik de dag daarvoor ook gezien, tijdens de intocht. Hij zag er voornaam uit, zonder dat ik kan uitleggen waarom. Daarom was hij me in ieder geval opgevallen. Ja, ook omdat hij een wijnrode knickerbocker aan had. Hij had een blozend gezicht en liep in z’n eentje, met ferme tred. Hij maakte niet de indruk contact met andere wandelaars belangrijk te vinden. Hij was alleen met zichzelf. Er was ook niemand die hem opwachtte bij de finish. Dat had ik kunnen vaststellen omdat we bij de Wedren naar de vrienden van mijn ouders uitkeken. Nadat hij zich had afgemeld liep hij kwiek richting Oranjesingel. Het was net alsof hij geen forse afstand in de benen had zitten.
Nu stond hij voor het station, met zijn rug ernaartoe, hij keek naar de stad die hij dadelijk zou verlaten. Naast hem stond een blauwe koffer. Hij droeg, wat sommige mensen noemen, `een geklede jas’. De hemel boven Nijmegen huilde zacht, lauwe motregen waarvan niemand last had. Ik sloeg de man gefascineerde gade. Ineens knikte hij, draaide zich om en liep het station binnen. Op weg naar huis vroeg ik me af wat hem naar Nijmegen had gebracht. Niet zijn medewandelaars. Misschien de sfeer, maar het was niet te zien geweest dat die hem iets deed. Het was wat anders. Daar dacht ik enorm over na.
Het jaar daarop keek ik goed of ik hem weer zag, maar dat was niet zo