In de Pers
Recent
Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd
Last
Blijkbaar zit ik een beetje kouwelijk in de trein, want de mevrouw tegenover me zegt: `U hebt nog geen last van lentekriebels, zie ik.’
Schrik ik van. Om een paar redenen. Ik weet dat het sinds vrijdagavond lente is, maar kan er nog niet zo mee bezig zijn. En dan geef ik blijkbaar ook aanleiding om me aan te spreken. Volgens mij ben ik helemaal niet zo toegankelijk, zeker wanneer het gaat om iets wat met het weer te maken heeft. Tot slot is er de kwestie zelf: lentekriebels. Een woord dat me aanvliegt, eerlijk gezegd. De vrouw ziet er vriendelijk uit, met een gulle lach die haar erg aantrekkelijk maakt. Is dat misschien al een vage lentekriebel: dat ik let op de lach van een ander? Nee, het moet iets intens zijn, iets wat zich onrustig en prikkelend gedraagt. Ze moeten ooit in me hebben gezeten, die kriebels, maar ik kan me niet meer herinneren wanneer dat was, ook niet wat ze veroorzaakten. Is dat ouder worden? Hoe moet ik op de woorden van de vrouw reageren? Ik lach verontschuldigend. Hoe voorkom ik dat deze dagen iemand anders het ook tegen me zegt: `U hebt nog geen last van lentekriebels, zie ik.’ Graag heb ik er wel last van, nou ja, last, maar dat ze er zijn. Dat ik met iets meedoe, dat ik wat heb om te delen met anderen die ook lentekriebels hebben. Dat we lachend op weg zijn naar het nieuwe licht. Hoe moet ik kijken? Hoe te bewegen. Misschien ben ik door me dit af te vragen, zoals dat heet, héél goed bezig. Maar ja, dat moet iemand dan tegen je zeggen. Dat je goed bezig bent. Anders telt het niet.