Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Later

Kon er van wakker liggen als kind: van de vraag hoe alles begon. En dan bedoelde ik ook alles. Op school was ons geleerd dat God de aarde in zeven dagen had geschapen. Het was niet de meester die ons informeerde, nee, de pastoor was ervoor naar de klas gekomen, een volle man om wie veel lijflucht hing, gemengd met de knusse geur van sigaren die hij onophoudelijk rookte. Ook in de klas. Met kolossale gebaren deed hij na hoe hij dacht dat God het destijds gedaan had. Dat scheppen was niet niks.
Een vriend van mijn ouders zei dat het onzin was. Van hem hoorde ik voor het eerst het woord `oerknal’. Ik vroeg of die oerknal ook niet ergens vandaan kwam, zo’n knal is er toch niet ineens zomaar. De vriend van mijn ouders beloofde hartelijk dat ik het later vast allemaal zou begrijpen.
Heel vaak, te vaak werd er in mijn jonge leven naar later verwezen.
En ik er dus maar van wakker liggen. Ook later toen ik geen kind meer was, maar niet meer iedere nacht, want ik raakte verzeild in allerlei andere kwesties die me fel uit de slaap hielden.
Het was vooral het kind van toen dat zondag voor de televisie ging zitten om in Zomergasten te luisteren naar de Vlaamse kosmoloog en hoogleraar theoretische natuurkunde Thomas Hertog. Misschien was ik te gretig, maar ik kon hem nauwelijks volgen. En wanneer dat wel het geval was, ging ik er onmiddellijk diep over nadenken. Na een dik uur was ik in de war.
Een vriend van me kon ontstellend ingewikkeld praten. Kón, want hij is er helaas niet meer. En dan zei ik: `Ik wil dat je nu maar één onderwerp per zin behandelt, en niet te lange zinnen.’ 
Hielp!
Zei Theo Maassen niet. Jammer.
Weer lag ik ’s nachts wakker. Het wil maar niet later worden voor het kind.