Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Lepel

`Nazomer’ vind ik een mooi woord. Ik ben nooit echt een liefhebber van de zomer geweest, hoewel dat dit jaar een beetje begon te veranderen, na het doornatte en kille begin, ik snakte naar warmte, meer licht en een andere geur dan die van natte jassen. Ik ergerde me eraan dat ik er zelfs over ging práten, over het weer dus, van die zeurderige kappersgesprekken.
Ik houd het meest van de vroege herfst en de late lente, dagen vol poëzie en haast onbeschrijfelijke kleuren, maar een nazomer mag er ook zijn, met hier en daar herfstig goud in de hemel.
Wat dus voor mij niet hoeft is dat we deze week in de buurt komen van een record qua warmte. Misschien wordt het tropisch, met ook locale hittegolven, een veel te vólle aankondiging. Altijd wordt erbij gezegd wanneer er ook zoiets aan de hand was, in dit geval 2006. Wie kan iets met die informatie? Ik vraag me meteen af of ik nog weet wat ik in 2006 deed, wat de hoogtepunten van dat jaar waren. 
Kost me meer moeite dat te herinneren dan de septembermaand in mijn kindertijd.
Laatste komt ook doordat de kloeke vierkante fles levertraan in de laatste week van augustus op het keukenkastje kwam te staan. Je wist: nu wordt het menens, je gezondheid moet beter in de gaten worden gehouden dan de afgelopen maanden met daarin die eindeloze log verstrijkende zomervakantie. De R zat in de maand!
1 september was de trouwdag van mijn ouders. Die werd altijd gevierd, de enige smet was de levertraan. Mijn moeder diende die op een lepel na het eten toe. Zo moet ik het zeggen: toedienen. Je mocht het niet zelf doen. Waarschijnlijk was mijn moeder bang dat je dan ging smokkelen.
“Voor je eigen bestwil,” zei ze. Verschrikkelijke woorden, altijd.