Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Levend

Pas een paar dagen voor Kerstmis kwam bij ons de kerstboom in huis. Over mijn kindertijd heb ik het nu. Als volwassene heb ik geen kersttijdpad, het is maar wat het beste uitkomt. Nu heb ik nog steeds geen boom. Wordt waarschijnlijk morgen, dus –maar dat besef ik nu pas- zoals mijn ouders gewend waren. Dat vond ik wel goed, eerlijk gezegd, nog steeds. Bijna overal stónd er al een en wij mochten nog. `Mochten’ want de traditie was een cadeau van de donkere dagen. En nogal een gebeurtenis. Op tafel stond en lag alles klaar. Mijn ouders gingen samen een boom kopen. Het mocht geen verkeerde boom zijn. Nu is natuurlijk niet scherp gedefinieerd wanneer een boom deugt en wanneer niet. Smaken verschillen bovendien, maar globaal zullen er toch wel algemene opvattingen gangbaar zijn, zoals dat de boom vól moet zijn, liefst niet scheef, dat soort dingen. Onze boom diende geen klachten uit te lokken. Ze voerden hem dan ook triomfantelijk de woning binnen. Mijn moeder begon vrijwel onmiddellijk kerstliedjes te zingen. Haar stem was niet zuiver, maar wel vol zachte passie. Mijn vader versierde de boom vanaf de zijlijn, hij gaf vooral aanwijzingen (`supervisie’). Moeder en kinderen deden het werk. Mijn vader ook, maar pas als de boom klaar was. Dan richtte hij de kerststal in. Daar deed hij behoorlijk lang over en niemand mocht hem helpen. Dezelfde dag of de dag erna gingen wij ook naar `de levende kerststal’ kijken. Die bestaat hier en daar nog steeds, maar ik heb er sinds mijn kindertijd geen meer gezien, wat aan mij ligt en niet aan de organisatoren van die taferelen. Ik vond er helaas weinig aan, want in mijn tijd was de kerststal wel levend, maar iedereen probeerde zo min mogelijk te bewegen, uit eerbied voor de heilige gebeurtenis. Alleen de dieren gingen lekker hun eigen gang. Tegen mijn vader zei ik ieder jaar dat ik zijn stal echt mooier vond. Dat wilde hij dus horen.