In de Pers
Recent
Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd
Linkerhanden
Zie je niet zo vaak meer: fiets staat ondersteboven voor de deur, vader verricht er een reparatie aan, zoon kijkt toe, met vage belangstelling – waarschijnlijk zou hij het liefst iets anders doen, maar dat kan hij niet maken.
De vader is mijn buurman. Het is een tafereel dat ik in mijn buurt nooit zie. Kan best zijn dat het aan de buurt ligt, allemaal verwende mensen die meteen met de fiets naar de fietsenmaker gaan, maar misschien is het ook wel iets uit een andere tijd, toen iedereen ook de auto nog op zaterdagmorgen ging wassen, met de tuinslang.
Uiteraard zeg ik iets tegen de buurman, klein grapje over de kapotte fiets, want je kunt niet net doen alsof daar niet aan het werk is. Het grapje verdraagt hij met tegenzin, het is dus niet ondenkbaar dat de reparatie niet gaat lukken en het is erg onaangenaam als een zoon daarvan getuige is. Om die reden repareerde mijn vader nooit iets. Dat had mijn moeder ook liever niet. Zelf was ze zeer handig en had een gereedschapskist waar niemand aan mocht komen. Soms werd haar hulp zelfs ingeroepen door buurtbewoners. Dan ging ze zingend met de gereedschapkist op pad. Mijn vader keek haar liefdevol na.
Dat hij twee linkerhanden had, lag ook aan haar. Mijn vader beperkte zich tot het aandachtig bestuderen van iets dat kapot was, hij wist dat mijn moeder zou zeggen: “Laat mij maar even.” Het enige wat hij mocht doen, was een kapotte lamp vervangen. Maar ook dan keek mijn moeder bezorgd toe: “Zei ik niet kleine fitting?”
Mijn buurman is mijn oudste vriend. Ik ken hem al van de lagere school. Voor zijn vader was het repareren van een fiets de normaalste zaak van de wereld. Mijn buurman heeft het van hem. Onze vaders leven in ons voort.