Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Luchtje

Die kende ik nog niet. Een man houdt me staande. Hij heeft een grijs trainingspak aan, zijn gezicht heeft ook die kleur, grote bril. Hij vraagt of hij me iets mag vragen. Ik denk dat ik de vraag ken. De laatste maanden zeg ik: “Nee, ik heb haast.” Telkens ben ik ontevreden over die reactie, ook omdat ik me zo vaak mogelijk verzet tegen haast. En het dan wel als smoesje gebruiken! Ik bedoel alleen maar: “Nee, u mag me niets vragen!” En dat bedoel ik echt. De vraag is immers niet: “Kunt u me de weg naar het station vertellen?” Of zoiets.
Ik knik en de man zegt: “Ik heb een pak koffie.” Hij wijst naar de plastic zak die hij tegen zijn borst geklemd houdt. “Wilt u dat kopen?”
Ik moet even omschakelen, zoals dat heet. Nog nooit heeft iemand me gevraagd of ik een pak koffie wil kopen.
De man zegt: “Het is goede koffie.” Weer knik ik, ik geloof hem, ook al ziet hij er niet als een kenner uit. Maar wat ik natuurlijk ook met grote kracht vermoed, is dat er een luchtje zit aan zijn aanbod. Geen zuivere koffie, zal ik maar zeggen, terwijl ik niet houd van dat soort zegswijzen. Ik ga uiteraard niet tuttig informeren hoe hij aan die koffie komt.
Vroeg hij me maar gewoon om geld zoals bijna alle mensen doen die je iets vragen, dat was lekker makkelijk. Ik zeg, en dat vervult me met lichte zelfhaat: “Ik drink nooit koffie.”
De man zegt: “U drinkt nooit koffie?” Ik zou dat ook niet geloven, hij weet ook wel dat het niet waar is. Na een korte stilte: “Heeft u dan twee of drie euro?” 
Ik zoek in mijn zak, voel twee euro die ik hem geef. Hij vraagt of ik er nog een heb. Heb ik serieus niet. Wie heeft er nog losse munten? 
Ik vervolg mijn weg en hoop op een moment waarvan ik iets meer maak.