Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Maat

Kunnen dieren denken? Ik weet het antwoord, heb er vaak over gelezen, maar toch blijft die vraag me bezigouden. 
Ik lees een interview met filosoof Coen Simon van wie pas het (kleine) boek Dierenliefdeverscheen, geïllustreerd door Yoko Heiligers. Daarin gaat het weer over de vraag die me zo fascineert. Coen Simon zegt: “Voor veel dieren is denken levensgevaarlijk. Eén gedachte en je prooi er vandoor. Nóg een gedachte en je bent zelf prooi.”
Wel hebben de meeste dieren een goed geheugen. Als je terugkomt van vakantie kan het zijn dat je kat begint te spinnen, maar dat is omdat het dier zich je herinnert. Het is niet zo dat je gemist bent. Dat denk je omdat je het hoopt.
Ik was er laatst getuige van hoe een vriend zijn rode kater begroette na een maand vakantie: “Ja, daar is Baasje weer. Baasje was heel ver weg, helemaal in Canada…” Zo ging het nog een tijdje door. Het dier keek hem belangstellend aan, maar wist natuurlijk niet waar Canada lag en wat ver weg was. En Baasje is ook helemaal geen baasje, want een kat is baasje van zichzelf.
We zeggen het allemaal, omdat we het willen zeggen. Dat beweert Coen Simon niet, maar het is mijn vermoeden. We zoeken bij thuiskomst onmiddellijk verbinding met wie bij dat huis hoort.
Gisteren zat ik in een bus tegenover een middelbaar echtpaar, met tussen hen in een bolle hond. Aan de man was de vorige avond goed te zien: een gezicht vol vurige vlekken en heel erg nat haar. De vrouw sprak tot de hond op wie ze sterk leek, en wees fel naar de man: “Papa kon weer geen maat houden gisteravond…” En er kwam nog veel meer in de verwijtende sfeer. Misschien herinnerde hond zich deze woorden. Hij leek te knikken. Papa keek enorm naar buiten.