Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Metafoor

Gisteren, toen de vroege ochtend innig werd omhelsd door zacht herfstlicht, voelde ik heimwee naar mijn hardlooptijd, niet eens erg lang geleden. 
Ik ging voor zevenen de deur uit, de dag was nog net niet echt begonnen, ik liep als het ware de ochtend in. Nu doe ik alsof het een fluitje van een cent was. De eerste 5 minuten vroeg ik me af waar ik in hemelsnaam mee bezig was. Van die vraag had ik dringende last. Mijn lichaam deed niet mee met mijn sportieve ambities. Het was ook net alsof die vijf minuten veel langer dan vijf minuten duurden. De stille omgeving kon me geen donder schelen, terwijl ik daar normaal best gevoelig voor ben.
Daarna begon ik op stoom te komen, maar het was nog steeds werken om op rolletjes te lopen. Gebeurde pas na een kilometer of 3. Op volle kracht.
Misschien was het niet zo, maar volgens mij geen probleem als ik nog een paar uur door moest rennen. Dat deed ik nooit. Na – schatting- 5 kilometer keerde ik om, want ja, dan nog 5 kilometer naar huis. 
Dacht eraan toen ik zaterdag in deze krant een interview met premier Schoof las. Als zo’n gesprek langer dan twee zinnen duurt, komt de marathon op de proppen. De marathon als metafoor, voor hoe het gaat met het sneue kneuzenkabinet. Van de heer Schoof weten we immers dat hij marathon loopt of liep: “We zijn nu drie maanden bezig, dus we zitten nog altijd in die heuvelachtige eerste 5 kilometer, het zijn stevige heuvels.” Enzovoort. 
Keurige ambtelijke cabarettekst. Je wordt er melig van en krijgt zin in de metafoor mee te draven: trots zit de heer Schoof in de bezemwagen die de stevige heuvels moeilijk op kan en steeds verder achterop raakt. En ondertussen loopt niemand op rolletjes. Sjonge jonge jonge.