Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Naam

Om alert te blijven probeer ik nooit ding tegen een ding te zeggen, maar hoe het heet. Soms weet je dat echter niet.
Voorbeeld. Bij een benzinestation wil ik tanken en ik stop bij een pomp waar ik met mijn betaalpas moet betalen. Die wordt echter niet geaccepteerd door de pomp. Weet niet waarom. Eerder op de dag heb ik er van alles mee betaald. 
Ik rijd naar de pomp ervoor. Die doet het niet, er komt geen benzine uit de slang. Dan zie ik een ding staan waarvan ik dus niet weet hoe het heet.
Het wordt ook aan het begin van een straat gezet als je er niet in mag rijden. Soort puntmuts, oranje van kleur.
Andere kleuren kunnen ook, maar oranje zie je het vaakst. Ik woon in een stad waar het merendeel van de straten wordt gerepareerd, en kom het ding dus tientallen keren per dag tegen, maar heb me nooit afgevraagd wat de naam ervan is. Komt ook doordat ik het zelf nooit gebruik.
Bij de pomp op het tankstation vertelt het ding dat de pomp stuk is. 
Er zijn gelukkig meer pompen en even later is mijn tank helemaal vol.
Voor de kassa staat een korte rij chagrijnige mannen. Zie je aan hun starre ruggen. Als ik aan de beurt ben om te betalen, weet ik dat mijn waarneming juist is, want de vrouw bij de kassa zegt: “Eindelijk iemand die vrolijk is.”
Is waar, ik heb een uitstekend humeur. Daarmee probeer ik altijd de dag door te komen. En met zo’n humeur kun je je veel permitteren. Ik vraag haar dus hoe het ding heet en ik wijs naar de kapotte pomp: “Wat ervoor staat.”
De vrouw knikt en zegt: “Kegel.”
Een zware stem achter me nuanceert: “Verkeerskegel.”
Ik draai me om: kolossale motoragent met dito snor. Helm.
“Of pylon,” zegt hij. “Wat u wilt.”
“Graag kegel,” zeg ik.
Weer wat aan me toegevoegd.