Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Niemandsland

Je weet niet altijd waarvan je ineens wakker wordt. Ontregelende droom, besef dat je iets had moeten doen wat je niet gedaan hebt. Ik had het gisternacht, keek op de wekker, uur of twee, en werd gealarmeerd. Wat kon er aan de hand zijn? O ja, ik was in een vreemd niemandsland in de tijd terechtgekomen, er was een uur wég, zomertijd.
Doordat ik daarover lag na te denken, terwijl ik me afvroeg waarom ik dat deed, was ik ver van slaapvoortgang verwijderd. Opstaan of blijven liggen? Ik besloot dat laatste, want zag naast mijn bed een krant die ik nog niet had gelezen en belandde in een artikel over minister Hugo. Had ik helemaal geen zin in, maar toch las ik het. Mondkapjesdeal, Sywert van Lienden, de betrokkenheid van minister Hugo en zijn ontkenning ervan. Ik moest gapen, maar kreeg er geen nieuwe slaap van.
Is er een verschil tussen liegen en ontkennen? Onze premier behandelt zulke kwesties beter. Die zegt gewoon dat hij er geen actieve herinnering aan heeft. Ja, dan valt hem verder niets aan te rekenen. Je kunt niets zeggen over iets wat er niet is, behalve dat het er niet is. Maar als je zegt dat je niets te maken hebt met een gang van zaken (ontkenning), weet je waarover het gaat. Hoe ga je met jezelf om als je weet dat het niet waar is wat je beweert? Als je over het antwoord op deze vraag nadenkt, snap je waarom er weinig inspiratie komt uit Den Haag.
Zonder dat ik erg in had, was ik toch weer in slaap gevallen. Werd niet wakker van het brakke ochtendlicht, maar van de geur van drukinkt, de krant die over mijn gezicht lag. En een uur dat er niet was, verspilde ik aan minister Hugo.
Het korte lontje dat het begin van de zomertijd veroorzaken kan, ja, dat begrijp ik wel.