In de Pers
Recent
Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd
Nodig
Natuurlijk leer je als kind al snel wat het is opgelucht te zijn. Je snapte intuïtief dat het een gevoel is waaraan je veel kunt hebben. Als vijfjarige kon ik me bezighouden met het heelal. Ik had plaatjes van planeten gezien, een openbaring, en mijn vader had me uitgelegd dat vergeleken bij veel planeten onze aarde maar heel klein is, een speldenknop. En belangrijk: dat het heelal oneindig groot is. Mijn vraag was uiteraard: wat is oneindig groot? Ik zag mijn vader daarover nadenken en ook dat hij een antwoord had, maar dat hij dat antwoord niet efficiënt aan mijn bevattingsvermogen kon aanpassen - ik zeg het in mijn woorden van nu.
In mijn bedje piekerde ik daarover, over die oneindigheid en de speldenknop. Misschien bestonden er in de oneindigheid planeten die nog groter waren dan die ik op plaatjes had gezien, en misschien was de aarde dan nog kleiner dan een speldenknop, zo klein dat die er net zo goed niet kon zijn. Of ik dat laatste dacht, weet ik niet zeker.
De volgende ochtend vroeg mijn moeder als altijd of ik lekker geslapen had. Ik vertelde waarvan ik lang wakker had gelegen en toen zei ze het: “Je hoeft écht niet alles te begrijpen.” Ik dacht dat dat moest, dat het hoorde bij ouder worden – als kind wilde je helaas niets liever dan dat. Mijn moeder schudde haar hoofd: “Behalve natuurlijk als het nodig is.” Of zoiets.
Aan die woorden denk ik dagelijks en vaak doet zich de opluchting van toen voor. Maar ja, soms kun je jezelf dan ook iets wijsmaken. Voorbeeld: de banken die spectaculaire winsten boeken, terwijl de klant die voor die winst zorgt, daarvan niets merkt. De uitleg ervan, die vanzelfsprekend klinkt, gaat aan me voorbij. Moet ik het toch begrijpen?