Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Ontsnappen

Graag sla ik hier in de straat vertrekkende vakantiegangers gade: het inpakken van de auto, het getergd heen en weer lopen tussen de aan alle kanten geopende auto en het huis, de puberende kinderen die slaperig en willoos toezien, en op het laatst natuurlijk die ene koffer die ook nog mee moet maar er niet meer in kan. Dan het vertrek. En kort daarna de terugkeer, iemand is iets vergeten. Dan weer het vertrek. Ik ben de buurman die vrolijk zwaait. De uren daarvoor vroeg ik een paar keer of alles naar wens ging. Als ik klaar ben met zwaaien, kijk ik nog een tijdje in de verte waarin ze verdwenen zijn.
Zelf moet ik er ook aan geloven, over een paar weken, maar tot dan ben ik thuisblijver. Als thuisblijver leid je een overzichtelijk leven waarin zich een paar momenten vol pure zorgzaamheid voordoen. Zo pas ik bijvoorbeeld weer op de poes van de bevriende buren.
Wanneer zij ongeveer het bord Sint-Job-in-‘t-Goor passeren, ga ik hun stille huis binnen. Hun poes zit nukkig en verlaten op een hoek van de eettafel. Het is een kater maar ik vind `poes’ zachter en aaibaarder klinken. Hij heeft op mij gerekend. Zo kijkt hij niet, maar toch weet ik dat het zo is. Zijn baasjes zijn naar Frankrijk, hij is zelf uit Frankrijk afkomstig, een vondeling, aangetroffen in een autowrak. Daarom spreek ik hem in het Frans toe. `Hier ben ik dan weer,’ zeg ik, in het Frans dus. De vorige keer lijkt niet zo lang geleden. Vandaar dat ik eraan toevoeg: `Ja, het leven gaat snel.’ In het Frans stemmen deze woorden me melancholieker dan strikt noodzakelijk is.
Ik neem aan de eettafel plaats, we kijken elkaar aan. Aan de snelheid van het leven moet te ontsnappen zijn, maar ja, we weten niet hoe.