Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Ontspannen

In sommige kranten stond dat James Last deze week in Palm Springs overleed. Dat is in Californië. Maar het is Palm Beach in Flordida. Niet dat het belangrijk is, maar Florida is een betere omgeving voor de befaamde orkestleider. Niet alleen orkestleider, maar nog een heleboel meer. Deze dagen kwamen weer wat flarden van zijn muziek voorbij, want zo gaat dat dan, en ik besefte dat ik er nooit naar geluisterd heb. Ik hoorde haar wel, maar dat is iets anders dan luisteren. Ik ging niet zover dat ik de woordspeling `James Overlast’ uitsprak, want dit soort woordspelingen vind ik even erg als de muziek waarover het hier gaat. Last werkte samen met de pianist Richard Clayderman. Die heette hier, jawel, Kledderman. Wat ik wel erg goed vond, was de manier waarop James Last dirigeerde. Daar kon ik geconcentreerd naar kijken. Onaards ontspannen stond hij voor zijn orkest, hij bewoog nauwelijks, zijn rechterhand minimaal. Toch gebeurde er wat hij wilde. Fascinerend! Ik dacht: als ik ooit ergens leiding ga geven, moet het zo gebeuren, nauwelijks merkbaar, vederlicht swingend. Maar ja, het is er helaas nooit van gekomen. In mijn omgeving luisterde bijna niemand naar de muziek van James Last. Alleen de vader van een vriend. Als de sfeer daar gezellig was – dat woord is belangrijk: gezellig – en die vader meer dan een paar glaasjes jenever had gedronken, moest er een elpee van James Last op de draaitafel. Ik herinner me `James last op klompen’, een soepele aaneenschakeling van degelijke Hollands repertoire. De vader van de vriend stak dan zijn wijsvingers in de lucht, op hoofdhoogte, en die vingers bewogen ritmisch met de muziek mee. Zijn gezicht viel bijna uiteen van gelukzaligheid. Hij beleefde topmomenten. Alles wat buiten deze momenten om aandacht vroeg, bestond even niet meer. Ook de tijd raasde niet voort. Ik vond toen dat de muziek van James Last beslist een functie had.