Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Onwennig

Zeker weten doe ik het niet, want ik weet niets zeker, maar ik neem toch aan dat binnenkort alle praatprogramma’s met vakantie gaan, in ieder geval de meeste. Behalve die over sport. Daarover dadelijk. In het begin van de coronatijd keek ik er vaak naar, om geïnformeerd te worden natuurlijk, maar ook omdat ik de nieuwsgierig was hoe we omgingen met de consequenties van een situatie waaraan we niet gewend waren en die beklemmend was. Voordat ik er erg in had, werd het een gewoonte. 
Paar weken geleden besloot ik dat het genoeg was geweest. De informatie die ik nodig had, las ik wel in de krant, vond ik. En soms ging ik er zelf even over nadenken, zonder opgejaagd te worden door meningen en meninkjes van anderen. Beviel goed, doe ik nog steeds. Ik heb dus ook niet gezien hoe Beau van Erven Dorens uitviel tegen zijn gasten of één van zijn gasten en daarna ook niet de praatprogramma’s waarin het ging over dat gedrag van Beau, maar ik las wel dat hij geroepen had of iedereen zijn mond kon houden, of zijn kop, wat hetzelfde lijkt maar niet helemaal is: je kop houden is méér dan je mond houden – als je je kop moet houden, is het de bedoeling dat je even gewoon niet meedoet. 
Hoe dan ook: hij riep dat ook namens mij. Wat interessant zou zijn geweest, maar niet is gebeurd, was dat het daarna stil zou zijn aan de babbeltafel en dat de gasten onwennig voor zich uitkeken, de kijkers ook en dat we ons dan afvroegen: ja, waar ging het ook alweer over? Dan die vraag groter maken: waar gáát het over? Vervolgens – wat ik zojuist opperde: zullen we er zelf eens over nadenken?
De sportzomer is bijna losgebarsten. Aan de nabeschouwingen die ons te wachten staan, kom ik later wel toe.