In de Pers
Recent
Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd
Opladen
Gisteren was ik van het station op weg naar huis toen ik beseft dat ik vergeten was uit te checken. Dus snel even terug. ‘Uitchecken’ is een woord dat ik met tegenzin gebruik. Inchecken ook. En het moet met de ov-chipkaart en de naam van de kaart spreek ik ook niet graag uit, vooral als ik merk dat ik die niet bij me heb: “Ik ben mijn ov-chipkaart vergeten.” Bij zo’n zinnetje verschrompelt mijn goede humeur.
Ik begrijp dat de ov-chipkaart het moeilijk heeft, en dan vooral het systeem waarvan het ding deel uitmaakt. Er wordt over een nieuw betaalmiddel vergaderd. Ik houd mij hart vast, maar daar moet ik eens mee ophouden. Vroeger was haast niets beter, maar soms verlang ik naar het kaartje waarmee ik opgegroeid ben, een klein, handzaam document van dun karton dat je kleine wereld meteen groter maakte.
Als ik mijn ov-chipkaart bij de automaat aan het opladen ben, komt er soms een toerist naast me staan. Die wil iets aan me vragen, maar weet niet wat, ja: “Ik wil met 2 personen naar Groningen en vanavond ook weer terug.” Die vraag is te groot. Ik moet naar de servicebalie verwijzen, ook al heb ik daar vaak teleurstellende gesprekken gevoerd.
Een nieuw betaalmiddel is niet tegen te houden. Wel hoop ik dat je nog steeds door de conducteur gecomplimenteerd wordt omdat je er goed mee omgaat, met dat nieuwe vervoersbewijs. Tijdens de reis van gisteren zat ik met 5 medereizigers in een coupé. De vrolijke conducteur die naar de ov-chipkaart kwam kijken, zei achtereenvolgens hard en hartelijk: “Dat ziet er goed uit”, “Primadeluxe”, “Uit de kunst” en “Kan niet beter”. Ik was als laatste aan de beurt: “Pico bello, jongeman.” Ik ben zeer gesteld op mensen die overal iets van maken.