Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Opzetje

Als je op een grote manifestatie, bijvoorbeeld een festival, moet optreden (in mijn geval is dat voorlezen uit mijn boeken of zoiets) krijg je van de organisatie een polsbandje. Dan heb je toegang tot alles. Ik groei er altijd een beetje van. Het is net alsof het polsbandje iets aan je identiteit toevoegt.
Ik lees dat ze in Utrechtse cafés zorgvuldiger omgaan met het alcoholverbod voor jonge mensen. Onder de 18 blauw bandje, geen alcohol, boven de 18 roze bandje.
Ik liep me af te vragen hoe ik zou handelen als ik nog geen 18 was en vond het ineens een goed idee dat je ook polsbandjes kunt dragen om een intentie uit te drukken. Om nog even bij het café te blijven: als ik een donkerpaars bandje draag, wil ik beslist niet meer dan drie glazen drinken. De man of vrouw achter de bar houdt dat in de gaten. Natuurlijk kun je het uit jezelf regelen, maar daar zijn we steeds minder sterk in: “Ach, nog eentje.” Vanachter de bar wordt vriendelijk nee geschud, terwijl een vinger naar het polsbandje wijst. Dan zeg je natuurlijk: “Doe niet zo flauw.” De ander hóórt dan te zeggen: “Doe zelf niet zo flauw, met je bandje. Draag het dan niet!”
Of het op deze manier zal gaan, betwijfel ik, maar wat ik hier schets, is ook maar een opzetje.
Of je besluit dat je wat minder lichaam moet hebben (vakantietijd, strandkleding). Daarom draag je een fel oranje bandje in de supermarkt. Zonder erbij na te denken heb je in je winkelwagentje een Amerikaanse pizza gelegd, zo’n intimiderend gerecht dat in vette kaas is gemarineerd. Als je het bij de kassa op de lopende band legt en het bij de caissière arriveert, kijkt die naar je pols en zegt met een fijn glimlachje: “Dat gaat mooi niet door.” Top!