Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Opzij

We zijn nog steeds de grote spaarders van Europa. Is onderzocht. Ook waarom: we voelen ons dan veiliger en zekerder. Voel ik me dat? Raar dat ik me niet kan herinneren dat ik mezelf die vraag stelde. Of ik me veilig en zeker voel, nu ik dus iets gespaard heb. Dat heb ik trouwens gedaan omdat ik nooit ergens in vaste dienst ben geweest en daarom een pensioenloos persoon ben. Of ik dat een probleem vind, weet ik niet, nog niet.
Mijn ouders hielden zich niet aandachtig met geld bezig. Ze wilden daar helemaal geen kijk op hebben. Toch hoorde het bij mijn opvoeding dat ik spaarde. Had ik bijvoorbeeld geld gekregen voor mijn verjaardag, zei mijn moeder: `Iets daarvan ga je opzij zetten.’ Die woorden bevielen me allerminst. En dan gingen we naar de bank. Met mijn spaarbankboekje. Aan een man of vrouw van de man gaf ik dan met tegenzin het geld dat ik opzij wilde zetten, en die noteerde dat bedrag met vulpen in het spaarbankboekje. `Dat is voor later,’ zei mijn moeder. Ze zag heus wel de teleurstelling op mijn gezicht, maar ik knikte om haar een plezier doen. Wat kon me later schelen! Ik kon me daar helemaal geen voorstelling van maken. Uiteraard zag ik mensen om me heen die in later beland waren, bijvoorbeeld de man of vrouw die zojuist iets in mijn spaarbankboekje noteerde, maar ik wist niet of ik zin had in hun later.
Het is inmiddels later in mijn leven geworden, maar er is natuurlijk nóg meer later, verder weg van nu. Ik denk daar op dezelfde manier over als toen. Is volgens mij niet erg, maar ja, ik heb geen verstand van dit soort kwesties.
Het kan best zijn dat ik ineens besef dat er nog maar heel weinig later is. Dat is het verschil met toen. Ik was een jongetje dat armen tekort kwam om de toekomst te omhelzen. Ook al is er minder later, dat jongetje zit nog steeds in me, met veel te weinig armen. Het zorgt voor onrust, maar daar heb ik geen last van.