Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Passer

Afgelopen zondag ging het in Nieuwsuur over lelijke betonnen gebouwen die gesloopt werden. Er kwamen twee liefhebbers aan het woord die deze gang van zaken ernstig betreurden. Je zag ze voor zo’n enorm, adembenemend pijnlijk gebouw staan. Liefdevol gingen ze met hun handen over het brokkelige beton, terwijl ze zeiden dat ook dit soort bouw bij onze cultuur en traditie hoort, dat we daar niet al te nonchalant mee om moest gaan, dus niet `tegen de vlakte die boel’. 
Ze hadden het over brutalistische bouw. Term kende ik niet. Uiteraard even opgezocht: stroming binnen de architectuur, gekenmerkt door grote blokachtige structuren van ruw onafgewerkt gewapend beton of metselwerk.
Kennen we allemaal, we hoeven maar een korte wandeling te maken door onze steden en nieuwe dorpen. Je bent geneigd je af te vragen of het nog erger kan en vermoedt dat sommige architecten vervuld zijn met meedogenloze mensenhaat.
Je kunt er ook anders over denken. Doe ik graag. Niet dat het denkwerk veel oplevert, maar sommige lelijkheid kan me fascineren, en dan wil ik weten waarom. Die vraag wordt niet altijd door een antwoord omhelsd, maar bijvoorbeeld op een bankje zitten tegenover een oerlelijk gebouw kan ik leerzaam vinden. Ook voel ik medelijden, het gebouw kan er niets aan doen dat het er zo uitziet.
Ik stel me voor hoe de architect aan het gebouw begonnen is. Misschien barre ruzie thuis ten gevolge van veel te veel overspelig plezier, regen die tegen de ramen raast, brakke maag, en dan zit je daar met je potlood, passer en liniaal.
En nu is het een jaar of dertig later en moet het weg om plaats te maken voor een ander misschien nog wel lelijker gebouw.
Zo gaat dat, zo gaat het met ons.