In de Pers
Recent
Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd
Pilletje
Dertien jaar geleden deed ik rijexamen, zeven keer om precies te zijn. De eerste vijf keer begon de examenrit bij een nare kantoortoren van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen, de laatste twee keer was het startpunt een wegrestaurant in een bosrijke omgeving. Het woord `faalangst’ viel niet. Na vijf mislukkingen ging je gewoon naar het wegrestaurant. Wel werd er over de examinatoren gezegd dat ze goed konden omgaan met nerveuze rijders. Ik lees dat het rijexamen voor faalangstige mensen steeds populairder wordt. In 2011 was het 2% van alle kandidaten, vorig jaar bijna 6%, wat ik eerlijk gezegd nog niet zo veel vind. Maar wat me in de berichtgeving verbaast is dat je blijkbaar kunt kiezen. Als je een zin begin met `in mijn tijd’ ben je oud aan het worden, maar in mijn tijd kon je niet kiezen. Het gebeurde gewoon. Het kan natuurlijk zijn dat faalangst de laatste jaren de normaalste zaak van de wereld is geworden. Ik heb er trouwens ook vaak last van, bijvoorbeeld als ik met een defect aan mijn telefoontje naar de telefoonwinkel ga. Daar staat een jongeman in een zuurstokkleurig overhemd en met stevig ingevet stekeltjeshaar die een andere taal spreekt dan ik. Wat hij zegt, begrijp ik niet, wat ik zeg, begrijpt hij wel, maar hij kan niets met wat hij begrijpt omdat ik ten gevolge van faalangst beperkte informatie geef. Ik heb het, geloof ik, met ieder contact met een vakman. Terug naar het rijexamen. Misschien vonden de examenautoriteiten dat ik strak stond van de faalangst, maar dat zeiden ze niet. Het kan best zijn dat ze dat niet deden omdat ze bang waren dat mijn faalangst dan nog heviger werd. Voor het laatste examen had ik van een bevriend psychiater een pilletje gekregen dat ervoor zorgde dat niets me iets kon schelen. Ik geloof dat ik niet overdrijf als ik zeg dat ik niet eens wist wat ik in die auto deed. Pas een dag later snapte ik dat ik geslaagd was.