Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Plaatsbepaling

Het boek van oud-SP-kamerlid Sharon Gesthuizen over de knoet van Jan Marijnissen (`driftige peuter’) heb ik niet gelezen. Dat hoefde niet want voordat het in de winkel lag, was het al in ieder actualiteiten- en praatprogramma aan de orde geweest. Ook de kranten hadden er vol van gestaan. Binnen mum van tijd was mijn nieuwsgierigheid om zeep geholpen, terwijl ik Sharon Gesthuizen sympathiek vind en het interne politieke bedrijf interessant.
Wat ik me afvroeg was hoe ik was omgegaan met Jan Marijnissen als hij mijn voorzitter was geweest. Ik ben allergisch voor autoritair gedrag en als ik daarmee geconfronteerd word, komt niet het beste in mij naar boven. Maar ja, ik heb makkelijk praten, ik ben voorzitterloos.
De huidige partijvoorzitter, Ron Meyer, kan er ook wat van, lees ik. Een voormalig partijlid schrijft: “We moeten kloppen op de dag dat Ron wil, op de manier die Ron wil en alleen maar zo als Ron het zelf doet.” Wat er hier met kloppen bedoeld wordt, weet ik niet. Waarschijnlijk is het niet het kloppen in Hoort wie klopt daar kinderen?.
De uitspraak staat in een artikel over SP-jongeren. Hun organisatie heet Rood. De voorzitter van Rood heet Lisa de Leeuw, een krachtige naam net als Rood. Ze spreekt namens Ron en de SP-jongeren moeten van Ron weer de straat op, `de wijken in’. Vind ik altijd een nerveus stemmende plaatsbepaling: de wijken. Even stel ik me voor dat ik SP-jongere ben en op weg ga naar de wijken. Ineens ben je daar. Wat dan?
Ik denk aan de tante in een vreemde nieuwe stad waar ik al kind soms moest logeren. “Ga maar buiten spelen,” zei ze hartelijk. Er was zo veel buiten dat ik niet wist waar ik met spelen moest beginnen. Alles leek heel ver weg.