In de Pers
Recent
Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd
Positief
“Waar denk je aan?” Die vraag komt me bijna altijd slecht uit, maar waarom mag iemand het niet vragen? Denken kan een belangrijke bezigheid zijn waarover je best wat informatie mag verstrekken. Waarom ik de vraag moeilijk verdraag, is omdat die altijd komt wanneer het me niet duidelijk is waaraan ik denk. Daarom is de belangstelling haast even erg als: “Is er iets?” Er is altijd wel iets, maar toch is het gebruikelijk te antwoorden: “Nee, hoor er is niets. Hoezo?” Vooral dat
`Hoezo?’ kan het begin zijn van een gedachtewisseling met een ontmoedigende dynamiek.
“Aan niets.” Dat kan een antwoord zijn op de vraag waaraan ik denk. Dat kán, je kunt aan niets denken, maar mij lukt dat nog steeds niet, terwijl ik het vaak op volle kracht heb geprobeerd, zelfs onder leiding van een deskundige die als ik het me goed herinner, zei dat ik me op een punt tussen mijn ogen moest concentreren, maar nu ik dit hier noteer, twijfel ik. Welk punt dan, waar? Zie daar heb je het alweer, ik denk altijd aan veel meer dan strikt noodzakelijk is.
Ik kom hierop nu ik lees over grote bedrijven waarvan het personeel de werkdag begint met meditatie. Ik weet niet hoe lang, maar lang genoeg om `positief’ aan het werk te gaan. Zijn steeds meer bedrijven die dat doen. Ze huren er vaak iemand voor in die dat begeleidt. Aan niets denken is daarbij essentieel, begrijp ik.
Ik ben ook een bedrijf en begin al ongeveer mijn hele leven `positief’ aan de dag omdat ik zin heb in mijn werk, ook al weet ik niet of gaat lukken wat ik wil. Wat kan het voor me betekenen als ik eerst een minuut of tien aan niets ga zitten denken? Ik weet nu al dat ik denk: ik denk aan niets. En dan denk je natuurlijk niet aan niets.