Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Potje

Helemaal begrijpen doe ik het niet, maar dat is mijn eigen schuld: ik heb te weinig zin me er in te verdiepen. Een theoloog, Arnold Huijgen, zegt dat de hel terug moet in de kerk. Ik ken de professor niet, heb geen verstand van hemel en hel, ben ook niet van de kerk, waarom zou ik me druk maken over deze gedachte?
Druk maken is te veel gezegd, maar ik ben tegen angstzaaierij. Ik weet trouwens niet of dat het effect is van wat de theoloog zegt, maar ik denk aan mijn rooms-katholieke kinderjaren. Toen hoefde de hel niet terug in de kerk, want die was er gewoon. 
Ons werd geleerd dat er na je dood drie mogelijkheden waren: als je goed je best had gedaan, ging je naar de hemel, als je er een potje van had gemaakt, en niet zomaar een potje, nee, een enorme pot, dan belandde je in de hel. Er was nog een tussenbestemming: het vagevuur. Daar kreeg je ook straf voor alles wat je fout had gedaan, maar niet eeuwig zoals in de hel, waar je tandenknarsend en huilend in brand stond. Klinkt overdreven, maar zo werd het beloofd door onze leerkrachten. 
Ik lag daar wakker van, vooral door dat `eeuwig’, want dat leek me onbevattelijk lang. Hoe kon het dat iets niet ophield? Was het dan ook nooit begonnen?
In de vierde klas van de lagere school hield de pastoor op een dag een schimmig betoog terwijl hij strak naar buiten keek. Een schrandere klasgenoot zei tijdens het speelkwartier dat het over seks ging, toen nog met een x. Als je daarmee fout (`zondig’) in de weer ging, was de hel niet ver weg.
Week erna vroeg ik de pastoor om toelichting. Geïrriteerd zei die dat het iets voor later was.
Altijd weer dat `later’! Later had je vast veel te veel te doen! En hoe maakte je er geen potje van?