Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Prikker

Nog steeds vind ik het jammer dat er in wachtkamers in het medische circuit geen tijdschriften meer liggen. Terechte maatregel, iedereen zit krampachtig het mobieltje te bestuderen, maar toch, ze hoorden zo bij je wachtkamerbeleving. Vooral tijdschriften die je normaal nooit onder ogen kwamen, bijvoorbeeld vol berichten over Bekende Nederlanders die je niet kent.
Gisteren trof ik het. Moest op een locatie zijn (zo heet het: een locatie) om bloed te laten prikken. Ik was daar nog nooit geweest, maar als je een digitale afspraak maakt, wat verplicht is, kun je kiezen uit een paar mogelijkheden. Achter elke locatie staat vermeld welke afstand je moet overbruggen om er te komen. Ik koos voor 1,3 km.
Soms kan een leegte je enorm overvallen. Gebeurde daar. Geen mens te zien, geen wachtenden, geen personeel. De ruimte zag eruit alsof die ineens in grote haast was verlaten.
Wel lagen er overal tijdschriften en ik kreeg zin lekker lang te gaan wachten. Ik pakte er een die bovenop lag, Ging over tuinen. En zwembaden in die tuinen. Ik had net de zin gelezen “Bij Compass Pools bent u verzekerd van jarenlang zorgeloos zwem- en plonsplezier” en was al aan het verdwijnen in mijmeringen over zorgeloos plonsplezier, toen er man ten tonele verscheen, volgens mij uit een muurkast. Kaal hoofd, bruin overhemd. Hij sloeg me verbaasd gade en liep naar een computer: “U bent meneer Verbogt?” Ik knikte. In wachtkamers is het altijd goed als er gevraagd wordt of je bent wie je bent.
“U bent vroeg,” stelde de man beetje bitter vast.
Hij bleek een secuur en pijnloos prikker.
Toen ik hem even later een prettige dag wenste, zei hij: “Zal wel lukken. Je moet er gewoon je best voor doen.”
Niets is gewoon.