Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Róód

Als iets eindelijk weer mag, doe je je best er het allerbeste van te maken. Alsjeblieft geen nonchalant gedrag. Museumbezoek bijvoorbeeld. Al op weg naar de kassabalie letten we sterk op de looprichting. Er staan immers wel vijf vrijwilligers klaar die ons glimlachend in de gaten houden. De vrouw achter de kassa heeft één belangrijke vraag, die ze de hele dag herhaalt: “Heeft u geserveerd?” Ik ben blij dat ik die vraag goed kan beantwoorden. Aan de vrouw is te zien dat ze zich had ingesteld op een ander antwoord, beetje bittere trek rond de mondhoeken.
“U mag daarheen.” Ze wijst streng naar een deur.
Ik heb het nu over een niet zo’n groot museum, maar omdat we de enige bezoekers zijn die op dat moment worden toegelaten, lijkt het wel groot. Het is prettig dat er verder niemand is. We slaan geen schilderij over en blijven er telkens langer voor staan dan strikt noodzakelijk is. 
Als een boek me na twintig pagina’s niet bevalt, stop ik ermee. Heb ik met muziek ook. Na een minuutje kan ik die af zetten. Televisieprogramma’s krijgen maar een paar seconden een kans. Misschien is het ongeduld, misschien word ik opgejaagd door het besef dat het leven te kort is voor wat ik allemaal wil doen. Uit een theaterzaal of bioscoop loop ik haast nooit weg, want ik wil de aandacht van anderen niet verstoren. Als ik zelf iemand naar de deur zie benen, ga ik me afvragen waarom ik blijf zitten.
Soms duurt een bezoek aan een museum ook kort. Ik ga niet tegen mijn zin naar iets lopen kijken.
Dat laatste is nu écht niet aan de orde. Alles is prachtig! Ook als een schilderij beetje tegenvalt, gaan we gul op zoek naar kwaliteiten (“Dat róód!”). De suppoost in de hoek beziet ons met felle aandacht.