Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Rammelen

Een van mijn grootouders, de vader van mijn moeder, heb ik nauwelijks gekend. Hij overleed toen ik erg jong was. In mijn herinnering is hij een vage, wat deftige aanwezigheid in een grote leunstoel. Toch speelde hij een belangrijke rol in mijn leven, want van hem kreeg ik als verse baby een beer. Bruin was zijn naam. Die had ik hem uiteraard niet zelf gegeven, maar dat hoorde ik later, toen ik begon te begrijpen dat iedereen en alles een naam had.
Bruin was een fantastische beer, niet al te groot, met een uitermate sympathieke uitstraling. Ik was vaak met hem in gesprek en fantaseerde avonturen waarin hij en ik de hoofdrol hadden. We zaten meestal in een boot op een wilde rivier. Als Bruin er niet was geweest, had mijn jonge leven er anders uitgezien.
Toen ik kleuter was, nam een tante voor mij uit Amerika een kleine ijsbeer mee. Hij mocht met Bruin en mij meedoen in onze strikt eigen wereld, maar moest niet te veel praatjes hebben, want hij was nieuwkomer. Dat bleef hij ook. Wittie heette hij. Door hoe Bruin en ik met hem omgingen, vond ik Wittie zielig.
Niet lang daarna raakte ik verzeild in het steeds echtere leven en Bruin en Wittie namen hun intrek in een hoekje van mijn jongenskamer.
Weer veel later hoorde ik dat de ijsbeer een van de gevaarlijkste dieren was en daar schrok ik vreemd van, met terugwerkende kracht.
Gisteren dacht ik er weer aan toen ik in deze krant over vakantiebestemmingen las, ook over Spitsbergen waar je hard met je sleutelbos moet rammelen als je een ijsbeer tegenkomt. Ik stelde me die situatie voor. Ook dat ik even niet wist waar ik de sleutels had zitten in mijn stevige sneeuwkleding. En ik hoorde mezelf fel prevelen: “Bruin, waar ben je nou?”