Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Rapen

Gisterochtend was ik tegen half zes uit de veren. Alle het niet per se hoeft, is dat misschien vroeg, maar ik moest want om de zoveel tijd is het de bedoeling dat ik in een ochtendprogramma op de radio mijn zegje doe over van alles. Daarvoor moet ik wel de ochtendbladen lezen en dat is een aangename bezigheid wanneer het overal nog vrij stil is. 
En er was nog iets: terwijl ik me aankleedde (soms lees ik de ochtendbladen graag aangekleed), dacht ik al helemaal niet meer aan het warme bed dat ik zojuist verlaten had. Dat zou in deze tijd van het jaar een normale gedachte moeten zijn, maar nee hoor, het kon me niet schelen, ik vond het ook helemaal niet winters koud. Ook al is er geen echte winter meer, het kan nog wel winters koud zijn. Niets daarvan.
Toen dacht ik: als ik dit de gewoonste zaak van de wereld vind, ben ik misschien ook al van slag geraakt, zoals de hele natuur, door de klimaatverandering. Ik ging aan tafel zitten en las in een van de ochtendbladen een artikel over vogels, vlinders en bloemen. Dat de grasmus er bijvoorbeeld al is. Dat was voorheen niet het geval. Dan overwinterde de grasmus lekker in de Sahel, tot april maar liefst. Is voorbij, de grasmus vindt het prima hier.
Hoe verandert de veranderende natuur ons? Dat vroeg ik me af toen door me heen schoot dat alle vakantieparken nu vol zijn met kinderen die vanwege de staking in het onderwijs niet naar school kunnen. Ze hebben hun ouders bij zich, maar in principe gaat het om de kinderen. En die zeggen volgend jaar als het einde van januari nadert tegen hun ouders: “Zeg, er is voor komend weekend toch wel een vakantiehuisje geboekt?” 
Zoiets sluipt er snel in. Wát als dat niet het geval is? Rapen gaar.