Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Recreatie

Wat je nooit meer ziet, is bermtoerisme. Inderdaad, een woord uit een andere tijd. Niet dat ik het mis, maar mij interesseert altijd waarom iets ineens verdwijnt, niet helemaal ineens, maar wel min of meer. Er zijn natuurlijk minder bermen die zich daartoe lenen, maar zoals voor bijna alles geldt: voor wie echt wil is haast niets onmogelijk.
Het was bijna altijd een echtpaar, bijna altijd een man en een vrouw. Ze zaten in fragiele tuinstoelen met voor hen een uitklaptafeltje met daarop een thermoskan, grote plastic mokken en een broodtrommeltje. Ze zwegen en sloegen het passerend verkeer met meedogenloze aandacht gade. Een van de twee keek meestal woedend.
Wanneer deze vorm van recreatie verschraalde, weet ik niet meer, maar in mijn kinder- en pubertijd was het de normaalste zaak van de wereld. Ik vond het altijd een tafereel dat me fascineerde, hoewel je als jeugdig passagier op de achterbank natuurlijk nauwelijks de tijd had het op volle kracht te bestuderen. Ik dacht na over die mensen en vroeg me af hoe het ging, ik bedoel het besluit die dag naar een berm te gaan. Misschien wisten ze het wel van elkaar zonder dat ze er een woord aan vuil hoefden te maken en was het een automatische gang van zaken. Uiteraard moesten ze wel vaag een bestemming in gedachten hebben, niet iedere berm is hetzelfde.
Je veronderstelde dat ze niet het geld hadden voor andere uitstapjes, maar dat betwijfelde ik soms. Je kon daar ook gaan zitten en kijken naar iedereen die ergens heen moest terwijl dat niet voor jou gold, een waarneming die zich naar een kookpunt juichte wanneer er sprake was van een file. Je nam nog een slok koffie, voelde vrije natuur achter je en wist dat je zo weer thuis was.