Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Ruimte

De meeste vervelende zinnetjes uit mijn kindertijd hoor ik soms nog. Bijvoorbeeld: “Hoe vaak moet ik dat nog zeggen?” Dan ging het om iets wat helemaal niet meer tegen je gezegd hoefde te worden, iets wat je heus wel wist, maar je had geen zin eraan te denken. 
Dat vervelende zinnetje stond in direct verband met een ander vervelend zinnetje, bijvoorbeeld: “Spreek met twee woorden.” 
Lange tijd vond ik dat een rare opdracht. Tante Wies vroeg of het leuk was op school. Stomme vraag. Hoe kon het nou leuk zijn op school? Ik was negen jaar en buiten jubelde de zomer, wat had ik op school te zoeken? Toch was het geen vraag waarop je kon antwoorden: “Nee.” Dat antwoord hoorde niet. In mijn kindertijd hoorde er nogal veel niet.
Dus zei ik: “Ja.”
Mijn moeder herhaalde dat en liet daarna een vragende stilte vallen
Dan wist ik wat me toe doen stond, ik zei: “Ja, tante Wies.” Dat was immers met twee woorden spreken en dat moest, ook al telde ik drie woorden.
Zo waren er veel zinnetjes (“Laat haar even uitpraten!” of “Nee, dat zeg je gewoon niet!” of “Het gaat niet alleen om jou!”) die allemaal te maken hadden met beleefdheid, een woord waartegen ik licht verzet voelde. Mijn ouders hadden dat natuurlijk donders goed in de gaten en legde me uit wat beleefdheid betekende. 
Dat je van het leven leerde hoe je beste met elkaar om moest gaan, dat iedereen ruimte nodig had en `gezien wilde worden’. Dat laatste vroeg om toelichting. Die kreeg ik. Voor het eerste hoorde ik: kwaliteit van leven. Dat we allemaal daarvoor moesten zorgen. Vond ik goed klinken, kwaliteit van leven. Nog. Daarmee begint veel.
Ik dacht eraan toen ik eergisteren het debat in de Tweede Kamer volgde. Over omgangsvormen. Ja.