Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Schuimloos

Hier in de buurt zijn terrassen waar mensen staan te wachten op een zitplaats. Ze houden de bewegingen op de propvolle accommodatie fel in de gaten en vertonen stormachtige dynamiek wanneer er een paar terraszitters opstaan. Het vrijgekomen tafeltje heeft ook de belangstelling van andere wachtenden. Maar ja, wie het eerst komt, wie het eerst maalt. Kwestie van meedogenloos op je doel afgaan, niet al te genuanceerd. En als je dan zit, opgelucht om je heen kijken: “Hè, hè, ik zit.” Sommige terraszitters zijn erg goed in die blik. Het is net alsof niet alleen dat ene plekje van hen is, maar ook de rest van de omgeving. 
Het terras waarover ik het nu heb, heeft iets onaantrekkelijks. Dat komt doordat bijna iedereen die daar werkt, de hele tijd roept: “Mijn collega komt zo.” Die collega heeft het hartstikke druk met overal zo te zijn, maar als hij dan eindelijk bij je tafeltje staat en heeft ingetoetst wat je graag wilt drinken, vraagt hij of je nu al kunt betalen. Voor die vraag vraagt hij begrip. 
Deze gang van zaken zorgt ervoor dat je blijft zitten wachten op wat je hebt besteld, ook al duurt dat een halfuur, want ja, je hebt nu eenmaal betaald. Het bier dat de collega die zo komt, na lange tijd voor je neerzet, is ingezakt, haast schuimloos en lauw. Je kunt daar geen genoegen mee nemen, maar dat kost weer een half uur en je moet ervoor zorgen dat je niet te laat op de barbecue van de buren komt. Dus je zegt “Dank je wel” tegen de collega die zo komt, en neemt een slok: “Héérlijk.”
Ik houd van dat soort terrassen, ik loop er langs en voel door en door dat ik daar niet hoef te zitten. Die opluchting is onbeschrijflijk. Ik haast me naar mijn huis met ijskast.