Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Schuld

Als het langdurig geregend heeft, en ik in het nieuws straten blank zie staan, laat ik het tot ons landje beperken, denk ik altijd: blij dat het mij niet overkomt.
Zoiets mag je misschien één keer denken, twee keer is al linke soep, maar als je het vaker doet, ga je er ook van lusten, dat is het zeker, het lot laat niet met zich sollen.
Al een dikke week ben ik in mijn geliefde dorp aan zee en daar is een groot probleem met het grondwater. Maandje geleden verbleef ik hier ook en toen was het al aan de hand, min of meer sinds de drijfnatte winter.
Er leidt één weg heen en daarvan staat één kant voor een groot deel onder water. In het kleine dorp zijn overal zijn gigantische plassen, kelders zijn ondergelopen, onze tuin is een vijver geworden. Het grote veld waarover ik naar zee liep, is onbegaanbaar.
Ik zeg dat het een probleem met het grondwater is, maar dat beweer ik met een natte vinger. Wat weet ik daarvan, maar het klinkt goed en groots.
Wel is het zo dat ik het nog nooit heb meegemaakt, terwijl ik hier al ruim twintig jaar kom.
Zojuist parkeerde ik de auto in de straat voor het huis, wat je aandachtig moet doen, want je wilt niet meteen natte voeten krijgen wanneer je bent uitgestapt. Is gelukt, maar het regent onbarmhartig, straks zal alles er anders uitzien. Er nadert een bejaard echtpaar met kwieke tred, ondanks de forse rugzakken, op weg naar een horizon die ik nog niet ken. Ze kijken bezorgd en vragen mij hoe het zit met al dat water.
Ik begin over de klimaatverandering en voordat ik het kan tegenhouden, hóór ik me beweren dat het allemaal onze eigen schuld is. Ze knikken bedremmeld en ik haast me naar binnen, Ronald Garros kijken, altijd het begin van de zomer.