Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Senang

In Den Haag kwam ik een man tegen in wie ik een jongen herkende die bij mij op school zat, inmiddels alweer een tijdje geleden. Hij had iets meer lichaam gekregen, maar straalde de makkelijke vrolijkheid uit die hij toen ook al had. We maakten een praatje voor een gebouw waarop in grote, kordate letters zijn naam stond, een stuk of tien verdiepingen. Ik knikte er met ontzag naar en hij zei: “Ja, een leuke toko.” En hij voegde eraan toe: “Maar jij doet het toch ook heel leuk.” Twee keer `leuk’ zo snel achter elkaar vind ik altijd wat veel.
Toen ik na een minuut of vijf weer doorliep, met lichte hoofdpijn, zag ik hem nog wat meer dan zojuist voor me in onze schooldagen. Er waren van die jongens die op zeventiende, achttiende al mannen van de wereld waren. Als ze ergens binnenkwamen, was de ruimte meteen van hen, praatje hier, babbeltje daar, grapjes die over elkaar heen tuimelden, een glas losjes in de hand, trui om de schouders.
Was ik jaloers? Misschien niet op wie ze waren, maar wel op hun gedrag, een beetje, op hun sociale vaardigheden, moet ik zeggen. Laat ik het zo samenvatten: als ik op die manier een kamer binnenkwam, stootte ik  meteen iets om en wat er dan op de grond terechtkwam, zorgde voor gedoe.
Ik kom ze dus nog zo nu en dan tegen, mannen die dat soort jongens waren, soms nog steeds met een trui om de schouders. Hun bedrijf is een leuke toko. Ik moest hieraan denken toen ik een interview las met onze minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Hugo de Jonge. Hem werd gevraagd waarom hij nooit op de kandidatenlijst voor de Tweede Kamer stond. Zijn antwoord: “Ik voel me het meest senang met de handen aan het stuur. Het is een mooi om een tent te runnen.”