Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Skiën

Beetje geoefend had ik al, vroeg in de ochtend, op krukken hier in de straat. Hoort bij de revalidatie. Nieuwe knie moet wennen aan het openbare leven en de dynamiek ervan. Ik koos voor het vroege tijdstip omdat ik me commentaarloos wilde bewegen. Ik weet het, door die krukken lok je opmerkingen uit en die zijn meestal ook niet slecht bedoeld, maar ik houd er niet van over lichamelijk ongemak te spreken. Voel ik me altijd vaag in elkaar zakken, met slappe wangen.
Maar ja, het fysieke ongemak wordt enorm zichtbaar als je je op krukken overeind houdt. Zaterdag besloot ik maar gewoon de vrije buurtnatuur in te gaan, drukke dag met de markt om de hoek, maar kom op, graag wil ik weer met alles meedoen.
Een buurvrouw die ik bijna nooit spreek: “Wat is er met jou?”
Ik was nog maar een paar meter gevorderd en legde het geduldig uit, aanleiding (hysterische sportbeoefening), operatie, revalidatie, prognose, evaluatie. “Valt nu best mee. Over een paar weekjes loop ik weer als een kievit.” (Het alsjeblieft nooit over weekjes hebben, géén verkleinwoorden! Weekje is hetzelfde als een week!)
De buurvrouw kende ook iemand die pas een nieuwe knie had. Ging hartstikke goed, was nu aan het skiën.
Gesprek duurde minuut of tien. Ik kreeg zin in mijn bed. 
Daarna probeerde ik me wat soepeler te bewegen, bijna alsof die krukken grappige details waren.
Maar toch: over nog geen honderd meter deed ik ongeveer een uur. Misschien is het logisch dat mensen meer in je geïnteresseerd zijn dan wanneer je niets hebt. Tegen de laatste belangstellende was ik vrij kort: “Dingetje met knie. Zo weer over.” En hup, voorwaarts ging ik weer. Ik zong er nog net niet bij.
Rest van de dag geslapen, gedroomd van rugby.