Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Stap

De maanlanding zag ik vijftig jaar geleden met mijn ouders. Mijn zusjes sliepen, een was nog niet zo lang geleden op aarde geland. We keken met ons drieën. Mijn moeder zei niet: “Wat kunnen ze toch veel.” Dat zei ze vaak bij nieuwe ingrijpende ontwikkelingen. Nu waren die woorden waarschijnlijk te klein voor wat zich voor onze ogen voltrok. Nee, ik herinner me dat we in stilte keken, wat verder niet beklemmend was. De nieuwe tijd was ons op volle kracht aan het overkomen. 
Toen ik 1961 de eerste mens door de ruimte vloog, Yuri Gagarin, zei de onderwijzer op de lagere school met stellige enthousiasme dat we binnen een jaar of tien op de maan zouden kamperen. Ik kende de maan uit de avonturen van Kuifje en ik zag er vaag tegenop daar te gaan kamperen. 
Uiteraard dacht ik er weer aan toen ik de eerst mens een stap op de maan zag zetten. Ik voelde er ontzag voor, maar niet de behoefte daar met een tentje heen te gaan.
Natuurlijk zat ik ook in het avontuur van Kuifje, Mannen op de maan.Ik wist echt wel dat dit verzonnen was, maar tóch: Kuifje was eerder. Neil Armstrong zei dat het een kleine stap was voor de mens, maar een reuzensprong voor de mensheid. In onze huiskamer knikten we eerbiedig. 
Kuifje zei: “Ik ben er! Ja, ik ben er!.. Ik maak enkele passen!.. Zonder twijfel, voor de eerste maal in de geschiedenis van de mensheid: LOOPT MEN OVER DE MAANBODEM!” 
Wanneer las en zag ik dat? Ik denk eind jaren vijftig, op een winterse namiddag, dat weet ik zeker. Ik was behoorlijk onder de indruk. Op het plaatje daarna komt kapitein Haddock erbij, goed zo, maar ik keek weer naar het eerste plaatje: dat je ergens helemaal alleen voor het eerst bent. Werd een vast thema in mij dromen.