Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Stellig

Het ligt niet altijd voor de hand hoe je bepaalde gebeurtenissen of situaties typeert. Paar voorbeelden.
Woensdagavond keek ik niet naar Napels-Ajax, terwijl ik graag een voetbalwedstrijd meemaak. Dat is het juist: van tevoren stond het voor 100 procent vast dat het geen wedstrijd kon worden. Waarom zou ik dan kijken? Ja, als ik supporter van Napels was. Dan is aangenaam je team superieur te zien bewegen. Als je op de tribune zit is dat vooral een blijk van hulde en clubtrouw. Maar noem het geen wedstrijd.
Ander voorbeeld. Vaak komt het voor dat er op een traject ineens geen treinen rijden. Kan diverse oorzaken hebben, geen personeel, meestal kapotte bovenleiding of wisselstoring. De NS zegt dan dat er een aangepaste dienstregeling is. Aangepaste dienstregeling? Nee, géén dienstregeling. Geeft allemaal niks, maar we moeten niet raar praten. Als ik een afspraak niet nakom, moet ik niet beweren dat ik mijn dag heb aangepast. Vergelijking gaat niet helemaal op, maar ongeveer.
Nog een voorbeeld: is een afwachtende reactie wel een reactie? We lezen het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Daarin staat onder meer dat het kabinet veel te traag in de weer was met de coronagolf van toen. Citaat: “Het kabinet leunde sterk op de eigen verantwoordelijkheid van burgers en bedrijven in het naleven van gedragsadviezen.” 
Kun je wel van eigen verantwoordelijkheid van burgers spreken als die niet bestaat? Hoe leun je sterk op iets wat er niet of nauwelijks is?
De Onderzoeksraad tekent er bij aan dat het kabinet wel weer veel `te stellig’ communiceerde over de invoer van de avondklok. Ik denk dan: als je iets invoert, voer je het toch in? Kan toch alleen maar stellig?