Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Stoet

Waar ik bijvoorbeeld ook niet aan dacht is dat schoolreisjes problematisch worden. Ik hoor helaas meer niet tot de doelgroep, maar sta er wel bij stil. Er is een groot tekort aan chauffeurs van bussen. Dat is één. Ik lees dat er tijdens corona veel zijn uitgestroomd. Raar woord, uitstromen. Maar dat niet alleen: het wordt ook te duur. Scholen kunnen het niet meer betalen. Weer denk ik: we wonen in een van de rijkste landen van de wereld, er moet toch ergens een potje zijn voor deze goeiige evenementen. Waarschijnlijk is het een té simpel genoegen voor een politieke partij, niemand kan er goede sier mee maken, terwijl wie zoiets in de Kamer aanhangig maakt, waarschijnlijk niet meteen met de grond gelijk wordt gemaakt.
Nogal wat scholen besluiten dat de kinderen dan maar op de fiets moeten gaan. Vinden kinderen dat leuk? Ze doen al zo veel op de fiets.
Terwijl ik dit noteer, besef dat ik met terugwerkende kracht over de schoolreisjes tijdens mijn lagere schooljaren aan het zeuren ben. Was altijd op de fiets. Er bestonden wel bussen, maar er moest heel wat aan de hand zijn voordat die voor kwamen rijden.
Van de schoolreisjes die ik me herinner, vroeg ik me af waarom die per se nodig waren. Ze gingen vrij ver weg. Uitgangspunt was Nijmegen, het doel telkens Arnhem of de omgeving van Arnhem, de dierentuin, het Openluchtmuseum, zulke bestemmingen. Daar fietsten we in een lange, trage stoet heen met als laatste reiziger een sombere leerkracht met achter de fiets een aanhangwagentje met daarop de melkbus vol aanmaaklimonade. Meer aanmaak dan limonade. We moesten om de haverklap We zijn er bijna zingen. Daarvan leerde ik het woord `bijna’ nooit, echt nóóit serieus te nemen. Winst!