Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Stralend

Bij het begin van een herfstdag weet je nog niet hoe die er later uit gaat zien. Er zit nog een grijze verpakking om heen. Die verpakking maakt een onrustig geluid als ik voor het gebouw sta waarin de tandartsengroep gevestigd is die ik met een verantwoorde regelmaat bezoek, niet de hele groep, maar of een tandarts of een mondhygiëniste. Vandaag is het de mondhygiëniste. Zij kan een mooi begin van de herfstdag zijn. Als de herfstdag op haar lijkt, zal ik er geen klachten over hebben.
Op een groot bord naast de ingang hangt een affiche waarop staat “Vandaag in de aanbieding: een stralende lach!” Boven die woorden is een foto te zien van twee lachende jonge vrouwen voor wie de aanbieding voorlopig niet bedoeld is. Ik lach graag en vaak, maar of mijn lach stralend is, weet ik niet, wel dat die hoe dan ook niet lijkt op de lach van de gefotografeerde vrouwen. Zo lach je wanneer je jong bent en dat ben ik niet meer, wat ik een typische gedachte vind voor een herfstdag die nog net niet is begonnen. Ik haast me er meteen bij te denken dat ik in sommige opzichten nog wel jong ben, maar dat is geen gedachte waarmee je te koop moet lopen, anders ben je al gauw een aansteller. Dat ben je trouwens ook als je de hele tijd je best doet stralend te lachen.
Ik geloof ook niet dat de tekst van de aanbieding klopt. Je moet zelf voor een lach zorgen, de tandartsengroep voor het uitstralingseffect. De mondhygiëniste staat me op te wachten. Niet alleen haar lach straalt. We geven elkaar een hand. Ik zeg: `Je gaat me zeker weer op mijn kop geven.’ Dat doet ze immers altijd. Ik ben bijvoorbeeld een nonchalante flosser. Zij zegt: `Nee joh, we gaan er een vrolijke dag van maken.’